De Tour de France van 2013 was de 100e editie van “Le Grande Boucle”, aan deze tour deden 17 Nederlanders mee met wisselend succes.
Belkin Procycling Team
Het Belkin Procycling Team was een nieuwe naam in het peloton, het team heette voordien Blanco Pro Cycling Team. In deze ploeg zaten maar liefst zes Nederlanders, kopman was Bauke Mollema die een goede tour zou rijden en op een keurige zesde plaats zou eindigen. Hij reed zelfs een aantal dagen op de tweede plaats achter de latere winnaar Chris Froome. Verder maakten Robert Geesink de nummer vijf van de Tour in 2010 deel uit van de ploeg. Ondersteuning voor de kopmannen in de bergen moest er komen van Laurens ten Dam, terwijl Lars Boom zijn kansen mocht grijpen in de heuvelritten. Bram Tankink uit Haaksbergen en Tom Leezer maakten de ploeg compleet.
Vacansoleil-DCM
De Vacansoleil-DCM ploeg kwam met vijf Nederlanders naar de Tour in 2013, kopman was Wout Poels die een jaar eerder in de Tour van 2012 ernstige verwondingen opliep bij een zware valpartij. De Nederlands kampioen Johnny Hoogerland was er bij en ook Lieuwe Westra, zij konden voor een ritzege gaan in één van de etappes. Voor de vlakke etappes, die vaak in een massasprint eindigen, werden gebroeders van Poppel meegenomen, Boy en Danny waren de zoons van Jean-Paul van Poppel, hij won in zijn carrière negen etappes in de Tour de France.
Argos-Shimano
In de ploeg van Argos-Shimano was ruimte voor vijf Nederlanders, zij moesten het vuile werk opknappen voor de Duitse sprinters Marcel Kittel en John Degenkolb, Roy Curvers, Albert Timmer, Koen de Kort en Tom Veelers bleken dat heel goed te kunnen, want Marcel kittel was goed voor vier etappe overwinningen, vooral Tom Veelers was daarin van grote waarde. Nieuw in het peloton was Tom Dumoulin, hij moest een goede klassering rijden in de tijdrit, Parijs halen en veel ervaring op doen.
Niki Terpstra
Niki Terpstra maakte deel uit van de Omega Pharma-Quick Step ploeg, hij kreeg een vrije rol in de overgangsetappes om daar voor het dagsucces te gaan. Een Nederlandse etappezege zat er niet in, maar de zesde plaats in het eindklassement van Bauke Mollema gaf weer hoop voor de wielertoekomst in Nederland.